Getroffen door één des Eros' pijlen, nam ik mijnen geschonden hart ter hand. Vervuld met de gloed der bezieling, bezag ik het heerschap mijner dromen. Bevreesd door deze naïeve bevlieging, zweeg ik in schroom en gêne. Dit alles niet ontwarende deed hij voort, mij, slechts leeg en verloren, achterlatend. Mijne hart vergruisde en vervloog als stof in de wind, deze fluistert nog frequent: 'Verbeid hem niet.' 2 augustus 2013 |
Copyright © 2002-2013 Ron de Leeuw