Geerte Piening, een jonge Amsterdamse meid wordt veroordeeld tot het betalen van een boete van € 90,- voor wildplassen. Na een avondje zich te hebben volgetankt met middelmatige witte wijntjes en een meter aangelengd happy-hour-pils voelt zij op weg terug naar huis dat ze nodig de aardappelen moet afgieten. Met geen mogelijkheid, gaat zij het voor elkaar krijgen dit netjes bij haar thuis te doen in het watercloset. Dan maar in een steegje! In een zijstraatje van het Leidseplein hurkt zij voor een betonblok en ledigt aldaar haar blaas. Piening is aan het wildplassen en dit is streng verboden in Nederland. Ze wordt gesnapt door surveillerende nietsnu… uhh… agenten die, ondanks een aantal criminele afrekeningen, niks beters te doen hebben dan wildplassers op de bon te slingeren. Doch, hoe je er ook naar kijkt. Wildplassen is niet voor niets verboden. Urine bevat tal van chemicaliën en geldt als een afvalproduct van de stofwisseling en wordt tevens gebruikt om toxines af te voeren. Het betreft hier chemicaliën geproduceerd door het lichaam, maar ook de restchemicaliën uit voeding, drank, medicatie en drugs. Het meest voorkomende bestanddeel in onze plasjes na water is het stofje: ureum. Ureum is het restant van afgebroken ammoniak, wat weer is verwijderd uit aminozuren. Ureumrijke urine geurt heel sterk naar ammoniak of naar oude zeik (wanneer je niets van chemie af weet). Wanneer urine niet netjes in het riool terechtkomt maar onverschillig en achteloos in een dronken bui tegen een kerkgebouw wordt gesproeid, verdampt eigenlijk voornamelijk het water. Het ureum blijft achter en hierdoor wordt de stank steeds sterker! Niet verwonderlijk dat men wildplassen hekelt want de lucht is niet te harden. Piening voert aan als verdediging dat Amsterdam verdomd weinig openbare toiletten heeft die ook bruikbaar zijn voor vrouwen. De gemeente Amsterdam heeft een bijzonder creatieve en iewat achterlijke definitie van een openbaar toilet. Want zo'n urinoirzuil (a.k.a.: zeikzuil) of de beroemde groene plaskrullen worden óók als toilet aangemerkt. In totaal heeft Amsterdam, toch een redelijk grote stad, slechts vier heuse toiletten alwaar een vrouw op een degelijke wijze de toiletgang kan verrichten. Vrouwen zullen behoorlijke acrobatische toeren moeten uithalen om te kunnen piesen in een urinoirzuil. Met een plastuitje zou een vrouw zich enigszins moeten kunnen redden bij een urinoir. Ideaal is het inderdaad niet, maar Piening had voor sluitingstijd van de kroeg nog even gebruik kunnen maken van de wc aldaar. Dit heeft ze niet gedaan en ze weet in wat voor klotestad ze woont dus ze moet schokken en niet zeiken. Maar Piening heeft wel een punt. Er zijn te weinig toiletvoorzieningen, niet alleen in Amsterdam, maar in heel Nederland. In haar pleidooi gaf ze ook aan dat andere landen in Europa dit beter hebben aangepakt. Nederland zou ervoor moeten zorgen dat er fatsoenlijke openbare toiletten beschikbaar zijn, vooral in de winkelgebieden en daar waar 's avonds groepen inspiratieloze vrijgezellenfeestjes zichzelf voor lul zetten en zich helemaal lam zuipen. In Amsterdam kan alles, behalve ergens plassen. |
Copyright © 2017 Ron de Leeuw