In een periode van iets meer dan één jaar ben ik samen met mijn partner drie keer naar Tsjechië gereisd. Dit jaar, 2017, zijn we ook in Slowakije geweest. Middels deze reizen heb ik een globaal beeld gekregen van het Tsjechoslowaakse volk. Ik heb de geboorteregio van mijn schoonmoeder in spe leren kennen, de historische Spiregio in het noordoosten van Slowakije. Vanuit onze thuisbasis in Spiská Sobota, een deelgemeente van Poprad, hebben we diverse uitstapjes gemaakt waardoor ik een algemeen, doch oppervlakkig, beeld heb gekregen van de Slowaken. Veel Tsjechen en Slowaken voelen na ruim twee decennia nog altijd een sterke verbintenis met elkaar. Dit komt eveneens door hunner beider talen, het Tsjechisch en het Slowaaks die veel op elkaar lijken, zoveel zelfs dat men elkaar zonder enige aanvullende taalcursus heel redelijk kan verstaan. Beide landen zijn ooit verenigd geweest als Tsjechoslowakije, tot de vreedzame opdeling in twee landen op 1 januari 1993. Menig Tsjech zal dus het Slowaaks sowieso nog goed kunnen begrijpen. Oudere Slowaken spreken uiteraard vloeiend Tsjechisch omdat deze taal sowieso altijd de dominante was van de twee talen. Zowel Tsjechië en Slowakije hebben zwaar geleden onder de Tweede Wereldoorlog en de daarop volgende bezetting door de Sovjets. Dit meen ik ook te merken in hun manier van doen. De Tsjechen en de Slowaken lijken nog wat gereserveerder te zijn dan wij Nederlanders. Ik krijg de indruk van een gehard volk. Wellicht doordat zij ruim een halve eeuw onder een oppressionistisch communistisch regime hebben geleefd. Maar ook de jongeren vertonen gelijksoortig gedragen, zij zijn dan misschien indirect beïnvloed door dit regime? De Tsjechoslowaakse volksaard is: direct, pragmatisch, compromisloos en tegelijkertijd gereserveerd. Hoewel ik mij niet aan de indruk kan onttrekken dat men in Slowakije een iewat gemoedelijkere inslag heeft. Echter deze indruk is louter gebaseerd op mijn ervaringen in Spi en ik totaal in het ongewisse verkeer met betrekking tot de Bratislaven; Slowakijes hoofdstedelingen. De indruk die ik heb gekregen is als volgt: Men is wars van oppervlakkigheid en nepvriendelijkheid. In de service-industrie, zoals in de horeca, zal men zijn/haar werk doen, maar niet met de vastgeroeste immer presente nepglimlach die zo inherent is aan diezelfde industrie in West-Europa en Noord-Amerika. De Tsjech of de Slowaak in kwestie doet misschien niet erg graag zijn/haar werk maar doet het wél goed. Neem als voorbeeld: horecapersoneel. Zij die frequent met een nors gelaat - dat enig chagrijn niet verbergt - de gasten en/of toeristen bedient. Zij zien geen reden om vrolijkheid te veinzen terwijl zij hun werk uitvoeren. Het besef dat men met enige vriendelijkheid een hoger rendement behaalt, dan de wijze van bejegening die men thans gewoon lijkt te zijn, is in ieder geval vooralsnog geen gemeengoed. De oorzaak voor dit gedrag ligt waarschijnlijk in de contemporaire geschiedenis van beide landen. Ten tijde van de communistische onderdrukking wist men nooit wie kon worden vertrouwd en wie mogelijk een gevaar vormde. Een logisch gevolg is dat men elke onbekende wantrouwt en op afstand houdt. Vertrouwen moet immers worden verdiend. Ik vermoed dat deze overlevingsstrategie een onderdeel is geworden van hun cultuur en volksaard. Doch ondanks deze halsstarrige houding lijkt een kentering onvermijdbaar. In de exclusievere en chiquere dienstensector wordt duidelijk meer aandacht besteed aan klanttevredenheid en klantvriendelijkheid. Dat deze ontwikkeling uiteindelijk zich gaat doortrekken naar de reguliere en bassale dienstensector is geen verwachting meer maar een logisch bedrijfseconomisch gevolg van de recentelijkere economische veranderingen. Tsjechië en Slowakije zijn beide opkomende economieën en hebben zich ontwikkeld tot serieuze groeiers met een sterk kapitalistische inslag. Economisch beleid dat ruim een kwart eeuw geleden, voor het uitbreken van de Fluwelen Revolutie op 17 november 1989, volledig ondenkbaar zou zijn. De Tsjechen en de Slowaken zijn erg verbonden met hun respectievelijke landen en de daarbij behorende waarden en normen. Aldaar heerst een sterke drang de eigen cultuur en de eigen taal te behouden. Wat resulteert in een conservatievere aard die vrij unaniem lijkt te worden onderschreven door politieke groeperingen zowel rechts als links van het politieke spectrum. Nieuwkomers worden niet geacht te integreren, zij worden geacht te assimileren. Ongeacht de goede inzet van nieuwkomers om zich aan te passen zijn de Tsjechen en de Slowaken niet onbekend met enige xenofobie. Doch, sowieso, niet elke minderheid assimileert en dit resulteert in scheve verhoudingen. Een bekende minderheid in Slowakije en in mindere mate in Tsjechië zijn de Sinti; in de volksmond: zigeuners. Zij worden, net als in zoveel plekken in Europa, met argusogen in de gaten gehouden, collectief gewantrouwd en stelselmatig gediscrimineerd. De opkomst van de islam, door immigranten uit islamitische landen, in West-Europa, de daarbij inherente sociale problematiek en de oververtegenwoordiging van moslims in de misdaadstatistieken baart men in Tsjechië en Slowakije erg veel zorgen. Hoewel er in zowel Tsjechië als in Slowakije geen sprake is van een noemenswaardige moslimgemeenschap is het verzet tegen deze uitheemse godsdienst bijzonder hevig en tempramentvol. Getuige de populariteit van de rechts populistische politieke partijen. Slowakije is zelfs het enige land in Europa waar geen moskeeën zijn gevestigd. Een zeer kleine moslimgemeenschap woont in de hoofdstad Bratislava en in de tweede stad van het land: Koice. Het betreffen hier veelal vluchtelingen uit het voormalige Joegoslavië; Bosniërs en Albanezen. In november 2016 is een wet door het parlement geloodst waardoor de islam nimmer een officiële status kan krijgen in het verder katholieke Slowakije. Door deze wet kan ook de (ver)bouw van/tot moskeeën eenvoudig worden verboden. In Tsjechië is reeds in 1912, toen het land nog deel uitmaakte van het Oostenrijks-Hongaarse Rijk (1867-1918), de islam erkent als een staatsreligie en is mede hierdoor ook erkent in het moderne Tsjechië. Moslims vormen relatief grote minderheidscommunes in heel West-Europa, echter in Centraal en Oost-Europa is dit geheel anders en vormen zij inderdaad heel kleine communes met in Tsjechië ongeveer 3.500 moslims in totaal; minder dan 0,1% van de totale bevolking. Ik heb de Tsjechen en de Slowaken leren kennen als een trots volk. Zij zijn welliswaar gescheiden door een landsgrens en hun taal verschilt. Maar qua volksaard horen zij echt samen, gelijk de Nederlanders en de Vlamingen. In Tsjechië en Slowakije hecht men erg veel waarde aan de eigen taal en de eigen cultuur. Zij zijn niet bereid om compromissen te sluiten. Bevalt het je niet? Dan kun je vertrekken naar oorden die jij beter acht. Zoiets als de zwartepietendiscussie zou zich daar niet voordoen. Het gedram over genderneutraliteit door onder andere het COC en wat aandachtszuchtige activisten zou louter worden beantwoord met dan wel hoongelach ofwel agressiviteit. Men heeft veel meer respect voor het mijn en het dijn, diefstal en vernieling zijn niet 'gewoon' zoals dat in Nederland haast wel het geval lijkt te zijn. Bij het busstation van de Slowaakse stad Poprad is een fastfoodrestaurant gevestigd, daar staat een Coca-Cola-frisdrankenkoelkast buiten, pal naast het uitgifteraam. Deze koelkast staat er ook ná sluitingstijd, deze wordt niet opengebroken en de glazen deur wordt niet ingetrapt. Die Koelkast kan daar buiten blijven staan. Probeer dat maar eens in Nederland. Men houdt de boel graag schoon en opgeruimd. Straten, pleinen en gemeentelijke plantsoenen zijn keurig op orde. Men werpt niet achteloos afval neer alwaar zij staan; wederom (helaas) in groots contrast met Nederland. Ja, er is sprake van achterstallig onderhoud van trottoirs en façades van overheidsgebouwen. Er is relatief veel langdurige leegstand van oude niet meer in gebruik zijnde woningen en fabriekspanden. Maar dat is allemaal esthetisch. Deze twee landen werken er hard aan om zich te ontwikkelen, iedere dag weer. Wat mij betreft kunnen wij in West-Europa en vooral in Nederland hier nog heel wat van leren. |
Copyright © 2017 Ron de Leeuw